Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [99]behoudt [100]anderen [101]door vreze, en [102]grijpt ze uit het vuur; en haat ook [103]den rok, die van het vlees [104]bevlekt is. 99. Dat is, zoekt hen te behouden met goede vermaningen. Zie Titus 4:16. 100. Namelijk die moedwillig of hardnekkig zijn. 101. Grieks, in vreze; dat is, zoekt hen te verschrikken met voorstellingen van het vreselijk oordeel Gods, dat over zodanigen zal gaan, indien zij zich niet bekeren; 2 Tim.4:2. 102. Dat is, trekt hen zonder vertoeven uit het openbaar gevaar van de zaligheid te verliezen, gelijk men doet als iemand in het vuur gevallen is. Want een bekeerd zondaar is als uit het helse vuur getrokken. 103. Dat is, niet alleen de onkuischheid en andere zonden zelf, maar ook wat daarmee enige gemeenschap heeft. 104. Dit schijnt gezegd te worden ten opzichte van de onreinheden der wet, waarnaar al wat iets onreins aanraakte zelf ook voor onrein gehouden werd.